zaterdag 13 december 2008
zaterdag 6 december 2008
Veel weetjes over bodem, waterhuishouding, geschiedenis van het kasteel, vielen ons daarbij kostenloos ten deel. Een mannetje van de zwarte specht, die zagen wij daar echt. Schakende damherten waren er ook, vanuit het kasteel steeg rechtop de rook. Zie de foto's.
zaterdag 29 november 2008
zaterdag 22 november 2008
zaterdag 15 november 2008
zaterdag 25 oktober 2008
zaterdag 4 oktober 2008
zaterdag 20 september 2008
woensdag 17 september 2008
zaterdag 6 september 2008
woensdag 3 september 2008
zaterdag 28 juni 2008
woensdag 25 juni 2008
zaterdag 14 juni 2008
woensdag 11 juni 2008
zaterdag 31 mei 2008
Vandaag gaat de excursie over insecten. Daarvoor komen we bij elkaar in Westendorp bij het pompstation aan de Stubbelderweg. De gidsen van vandaag zijn Jannie Klein Lebbink, Jeltje Berendsen en Gerhard Wansink. De cursisten worden verdeeld over drie groepen. Op drie verschillende plekken (bosrand, heide en bos) wordt gezocht naar insecten. Elk half uur wordt er gewisseld. Op de eerste plek wordt gewerkt met een witte paraplu en een wit laken. Het laken wordt op de grond uitgespreid onder een boom of struik. Vervolgens wordt er even flink geschud, zodat er verschillende beestjes naar beneden vallen in de paraplu of op het laken. Op het stukje heide wordt even rondgelopen en er vliegen verschillende motjes op, spinnen en kevers komen in beweging en worden zo gezien en soms gevangen met behulp van een insectenzuiger en/of een loeppotje. In het bos wordt gezocht op de stammen en op de bodem tussen het rottende blad. Elk insect heeft zo zijn voorkeuren als het gaat om verblijf, picknickplaats of plekken om eieren af te zetten, zodat de nakomelingen een zo groot mogelijke kans op overleven hebben. Het blijkt bijzonder lastig om de verschillende beestjes op naam te brengen, zelfs voor ervaren gidsen gewapend met een grote stapel boeken. Er zijn heel veel verschillende soorten. Bovendien worden de deelnemers bijkans lekgestoken door de in groten getale aanwezige muggen (Culex pipiens). Om eens een paar 'waar'genomen insecten te noemen (de namen onder voorbehoud en voorzien van een groot vraagteken en kruiwagens vol zout): teek, slakje, mier (emp), (rode) bosmier met eitjes aan het slepen, glanzende snelloopkever, frambozenkever, rozenkever, kniptor, variabel bladhaantje, brandnetelwants, hooiwagen, allerlei soorten spinnen (wolfspin, trechterspin, kraamwebspin, zebraspin), steekmug, plasrombout, platbuik, wolluis, kleine rupsendoder, zakdrager, brandnetelluis, kleine gaasvlieg, pissebed, kleine beer, eikengal, knoopjesgal, dambordvlieg, veertienstippelig lieveheersbeestje, larve van een lieveheersbeestje, snuitkever, schorpioenvlieg, kleine sprinkhaantjes, duizendpoot, bladrollers, schalebijter, springstaart, wasmot, uiltje, huismoeder (een motvlinder uit de uiltjesfamilie), keverlarve, spanrups, zwart soldaatje (=een weekschildkever), (berken)wants met eitjes, strontvlieg, grote groene libel, rups van de witvlakvlinder en een lieveheersbeestje (=Oranjerood Veelkleurig Lieveheersbeestje - Harmonia axyridis f. succinea ) met een M op zijn kop of was het een W?
Voor een impressie, zie de foto's.woensdag 28 mei 2008
Vanavond opnieuw een les in het kader van de IVN Ntuurgidsencursus en wel over insecten. Het gaat daarbij met name over vlinders. Deskundige en verzamelaar Jaap Zwier vertelt enthousiast over het wel en wee van de vlinder en laat een groot aantal verschillende soorten zien, waaronder hele kleine onder de microscoop. Van weer andere zijn de genitaliën te bewonderen onder de microscoop. Het kenmerk van vlinders is, dat zij schubben op de vleugels hebben. Er zijn in Nederland zo'n 2.200 soorten, waarvan een kleine 800 nachtvlinders. Dagvlinders hebben sprieten met een knopje, nachtvlinders niet (de dikkopjes vormen een uitzondering, die hebben een knots). Het biologisch moment ging over de vlier en wat je daar allemaal mee doen kunt (en dat is heel veel).
zaterdag 17 mei 2008
woensdag 14 mei 2008
zaterdag 19 april 2008
woensdag 16 april 2008
zaterdag 12 april 2008
woensdag 2 april 2008
zaterdag 29 maart 2008
woensdag 26 maart 2008
Een beknopte indeling (niet volledig) van de landplanten is de onderstaande:
- Mossen (Bryophyta)
- Levermossen (Hepaticae), bijvoorbeeld Riccia (Watervorkje)
- Bladmossen (Musci), bijvoorbeeld Sphagnum (Veenmos), Mnium (Sterremos), Tortula (Muurmos)
- Vaatplanten (Tracheophyta = alle landplanten behalve mossen)
- Varens en andere sporeplanten
- Wolfsklauwen (bijvoorbeeld wolfsklauw, Zwitsers mosvaren)
- Paardenstaarten bijvoorbeeld de paardenstaartenfamilie (Equisetaceae)
- Varens (bijvoorbeeld Osmunda, Dryopteris (mannetjesvaren) en de hertshoornvaren.
- Zaadplanten (Spermatophyta of Spermatopsida)
- Naaktzadigen (Gymnospermae (uitwendig zaaddragende planten)
- Palmvarens (order Cycadales of familie Cycadaceae)
- Naaldbomen (Coniferae of Coniferales)
- Bedektzadigen (Angiospermae of Anthophyta; inwendig zaaddragende planten oftewel bloemplanten)
- Naaktzadigen (Gymnospermae (uitwendig zaaddragende planten)
- Varens en andere sporeplanten
zaterdag 15 maart 2008
woensdag 12 maart 2008
dinsdag 11 maart 2008
Van Gerben Houwers kregen wij de presentatie toegestuurd over de door hem verzorgde les van afgelopen woensdag.
zaterdag 8 maart 2008
woensdag 5 maart 2008
zaterdag 9 februari 2008
woensdag 6 februari 2008
zaterdag 26 januari 2008
woensdag 23 januari 2008
zaterdag 12 januari 2007
woensdag 9 januari 2008
Vanavond opnieuw een theorieles in het kader van de IVN Natuurgidsencursus. Janrein van Oostrum vervolgde zijn uiteenzetting over ecologie. Daarbij kwamen ook thermen als kringlopen, biosfeer, biotoop, voedselweb, concurrentie, symbiose, mutualisme, commensalisme, parasitisme, predatie, territorium, coöperatie en voortplanting aan de orde.
Het biologisch moment heeft betrekking op schedels van verschillende muizensoorten geplozen uit de braakballen van kerkuilen.